17.7.06

That's my Way!

Klik op de afbeelding. Link naar m'n oudste Blog!

Wat was dat 'n fascinerende tijd die jaren 40. De oorlog. Wat 'n "herinneringen". Ik kan ze dromen. Ik was 2 jaar en 's nachts tijdens 't luchtalarm zaten we in de kelder. Ik hoorde de V1's overkomen. Samen met Pap naar Roggel. Plotseling springt hij van fiets en we kruipen beiden in 'n schuilput langs de weg. Pap had 'n vliegtuig gehoord. Hoe jonger hoe meer "herinneringen". Op de Dorpstraat, bij ons tegenover, woonde de familie Bittner. Mam zei dat 't Joden waren. Toen waren ze weg. De bevrijding, ik was 3 jaar, trots op de loop van 'n kanon door de straat. Gek dat mijn kleinkinderen zich van die leeftijd niets meer kunnen herinneren. Engelse soldaten gaven me een snee witbrood. Witbrood had ik nog nooit geproefd, 't was net cake. 'n Daverende ontploffing. De winkel van de melkboer. Gewonde en dode Engelse soldaten. Ik ging voor 't eerst naar de Bewaarschool. Wat 'n verdriet. Wat 'n rare zuster. De volgende dag kon ik al alleen naar school. Mam zei dat ik al 'n grote jongen was. Ik herinner me de winters nog, altijd lag er sneeuw. De weg was bestrooid met sintels en as uit de kachel. "t Hele dorp rook naar kolendamp. De mevrouw die op de Walk woonde ging op 'n huukske zitten. Er was 'n gele plek in de sneeuw. Simons van 't café probeert zijn paard stil te krijgen. Pap zei: Hij heeft altijd slechte paarden, die zijn goedkoop. Het paard was trouwens op de luip. Op de jongensschool was altijd ruzie tussen die van Heytse en die van de Heytserhei. Ze sloegen met de klompen. Meester Eggels greep je in de kraag en hing je aan de kapstok. We verhuisden naar 'n splinternieuw huis, 't laatste huis op de Roggelseweg. We hadden ineens geen stroom meer. We moesten 'n lucifer aan 'n kuiske houden, het kraantje open draaien. Je hoorde 't kuiske sissen. Bij Versteegen, de fietsenmaker, verkochten ze batterijen voor de radio. Die waren zo zwaar als een emmer met water. En altijd was op zondag het gas op of batterij leeg. De gasfles kon je bij Lemmen Keun kopen.

Vandaag 29 december 2006 schiet me de naam van die hurkende vrouw weer te binnen. 't Was vrouw Pastorius. Sinds ik met "That's my way" bezig ben komt weer vanalles naar boven. We krijgen enkele dagen regenachtige weer; mooie gelegenheid om in mijn geheugen te gaan graven. In de 40-er jaren, dus hier, vind je verderop iets over Toneel en Lezen.

De eerste foto!


Samen met moeder.
De foto is genomen bij de werkplaats van de stomerij De Adelaar op de Roggelseweg in Heythuysen.




1941 en 1942

Plan voor het bouwen van een Stoomververij Chemische Wasserij voor Dhr N.W Kierkels te Heythuysen. ( P. Coppe Baexem 4-7-1941)

Als ik deze bouwtekening vergelijk met de foto erboven, dan komen enkele vragen bij mij op. Een maand na deze tekening ben ik geboren. Hadden mijn ouders toen al een ververij? De ververij op de foto lijkt niet op de bouwtekening. De vorm klopt wel, maar het dak en ramen zijn anders. Het enige wat nog weet van de ververij, is dat het in de oorlog een houten gebouw was. In 1944, na de bevrijding, zijn Engelse soldaten in de werkplaats ingekwartierd geweest. Door brand of een andere oorzaak is de ververij totaal vernield. Pap heeft toen een stenen gebouw laten metselen.

.
Mijn gewichtskaart.

Bij de geboorte woog ik meer dan 9,5 pond. 'n Stevig menke

.


Ich zit hieëj in oze hoaf aanne Roggelsewaeg, ein stevig menke bie de staakboeëne en tusse de puine. Pap of Mam haaj toen al eine gooie kieëk wiese 'n foto mos make.



De voordeur van mijn geboortehuis in 1941 is in 2006 nog altijd voordeur.

In de 90-er jaren begon mijn moeder steeds verwarder te worden. Met een foto-album brachten we het verleden bij haar terug. Opvallend was, dat ze gebeurtenissen van heel vroeger niet vergeten was, maar in de foto-album de man naast haar op de trouwfoto niet meer herkende. Als het weer het toeliet gingen Hennie en ik met haar wandelen, zij in de rolstoel. Op zoek naar punten die ze zou kunnen herkennen. In de Dorpstraat stopten we dan voor huisnummer 77a uit 1941. Je zag aan haar ogen dat er iets was dat ze herkende. Dao hub ich vreuger gewoandj, zei ze dan en ze begon te vertellen over haar moeder die daar bij haar in huis woonde. In 1948 zijn pap en mam naar de Roggelseweg verhuisd. Daar hebben ze tot midden 70 gewoond, dus bijna 30 jaar. Dat huis herkende ze niet meer.

1943

Mijn leven moest beginnen, het hare was bijna voorbij.
.
Anna Maria (Settela) Steinbach (23 december 1934 - 31 juli 1944)
was een Nederlands meisje dat in Auschwitz werd vergast. Ze was lange tijd een icoon voor de Nederlandse Jodenvervolging, tot in 1994 werd ontdekt dat ze niet joods was, zoals werd aangenomen, maar tot de Sinti-stam van de Roma behoorde.Steinbach werd geboren in Buchten bij Born (Zuid-Limburg) als dochter van een handelaar en violist. Op 16 mei 1944 werd door geheel Nederland een razzia tegen Roma gehouden. Steinbach werd in Eindhoven opgepakt. Diezelfde dag arriveerde ze met nog 577 anderen in Kamp Westerbork, van wie er 279 weer mochten vertrekken omdat ze wel woonwagenbewoner waren, maar geen Roma. In Westerbork werd Steinbach preventief kaalgeschoren tegen hoofdluis. Omdat ze zich schaamde voor haar kale hoofd scheurde haar moeder een stuk van een laken af dat ze om haar hoofd kon doen.Op 19 mei werd ze met 244 andere Roma naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd met een trein die ook wagons met joodse gevangenen bevatte. Toen de deuren van de goederenwagon waarin ze zou worden vervoerd werden gesloten, keek ze nog even naar buiten, naar een hond die daar liep. Dit beeld werd vastgelegd door Rudolf Breslauer, een joodse gevangene in Westerbork, die in opdracht van de Duitsers een film over het kamp maakte. Haar moeder zei "Settela ga bij die deur weg, straks komt je kop er nog tussen." Zo hoorde Crasa Wagner, die zich achter haar in de wagon bevond, dat ze Settela heette.
.
Wist ik wat er toen allemaal op de wereld gebeurde!!

Oma Buggenum en de goudspuit.



Ik kan me van haar zo goed als niets meer herinneren. En als ik wat weet, is dat van horen zeggen. Ik "weet" dat we in Heytse op de Dorpstraat 'n geit hadden. Die geit, 'n soort huisgeit, was nogal baldadig. Mijn oma had heel erg reumatiek en lag veel in bed. Op zekere dag hoorde ik haar roepen: Mia, kumse effe, de geit sjteit op mien bid!". Die geit vrat ook aan kleren; 'n zakdoek mocht je niet laten liggen. Ik "weet" nog dat pap op zekere dag woedend de keuken binnenkwam en schreeuwde: "Ich sjlagt det bieëst". We hadden 'n stomerij en de geit had aan de jurk van 'n klant gevreten. Of ze toen ook werkelijk geslacht is, weet ik niet meer. Wel heeft 't vel van de geit nog tot midden 50-er jaren dienst gedaan als matje voor 't bed. Dat was lekker warm aan je voeten als in de winter uit 't bed stapte. Zoals gezegd was oma een zware reuma-patient. Dokter Jaspard kwam geregeld om haar 'n goudspuit te zetten. Gisteren schoot dat woord te binnen, waarom weet ik niet; 't was er opeens. Die goudspuit was heel duur, zei pap. Ik heb de spuit nooit gezien, maar voor mij was 't iets van goud, zoals 'n gouden horloge. Op internet vind ik de volgende vraag van ene Jack Docters uit Eindhoven:
.
Wat is een goudspuit?
Een goudspuit is een medicijn voor gewrichtsreumapatiënten. De naam verwijst naar een preparaat van goud dat wordt ingespoten. Een spuit met alleen goud werkt niet volgens Coby Koops-Corbee, reumatoloog van het Helmondse Elkerliekziekenhuis en het Veldhovense Máxima Medisch Centrum. Alleen een combinatie van goud en andere chemische stoffen zorgt ervoor dat de pijn bij gewrichtsreumapatiënten afneemt. Naast een spuit is er ook een tablet met daarin een goudpreparaat.
Ten opzichte van andere medicijnen is een goudspuit vrij prijzig. Vanwege de langdurige werking hoeft een patiënt maar tweemaandelijks een spuit te hebben. Een veel voorkomend medicijn is het niet: 'In principe gebruiken we voor gewrichtsreumapatiënten andere medicijnen. Wanneer deze niet aanslaan, wordt weleens voor de goudspuit of het tablet gekozen.
.
Dat is alles wat ik van oma Buggenum nog weet. Ze moet bij ons gestorven zijn, denk ik en wel op de Dorpstraat. Toen we in 1947 naar de Roggelseweg verhuisden, was ze er niet meer. Ze is weer eventjes tot leven gewekt en dat heeft ze wel verdiend!

1944


Tijdens de 2de Wereldoorlog kregen we van de bezetters zinken munten. Alleen de munt van 2,5 cent werd gebruikt voor de gasmeter.

To Hofstra, de schrijfster van de Oorlogsschriften
.


Als je op de afbeelding klikt, kom je bij de 10 oorlogsschriften van To. Hofstra. De Oorlogsschriften gaan over de Tweede Wereldoorlog in haar woonplaats Sneek.Als de oorlog uitbreekt, is To 16 jaar oud. Ze beschrijft in haar schriften de dagelijkse gang van zaken en bewaart allerlei materialen die te maken hebben met de oorlog. Neem eens rustig de tijd en blader door de schriften. Je ervaart dan iets van die tijd.
.
Een aantal verwoeste kerken uit Midden-Limburg..


Vlak na de oorlog kregen we thuis een boek met daarin de verwoeste kerken in Limburg. De foto's die daarin stonden maakten grote indruk op me. Deze kerken heb ikzelf ook gezien. Vooral de kerk van Leveroy staat in mijn geheugen gegrift. Wat een verspilling van cultuurgoederen, nodeloos opgeblazen monumenten, die in die tijd veel meer betekenis hadden dan nu. Een klein kringetje kerken rond mijn geboorteplaats Heytse. Zo zag een groot deel van Europa eruit!! En dan praat ik nog niet over verspilling aan mensenlevens. Miljoenen!! De dodenherdenking heeft voor mij nog altijd zin!!










21 augustus 2014



Ik ben al jaren op zoek naar 2 foto's van vlak na de oorlog. In Heitse stond op de muur van slagerij ??, tegenover "Herrieët" Kameraden halt aus es geht um Deutschland! Op de muur van bakkerij, cafe Meeuwis op de Walk stond Wir kapitulieren nie!
Bij 'n zoektocht op internet vond ik bovenstaande foto. Die foto zou gemaakt zijn in Geilenkirchen in Duitsland. Ik ben er zo goed als zeker van dat dit MIJN "Wir kapitulieren nie! is. 6 Jaar lang liep ik 's morgens en's middags langs cafe Meeuwis naar school. De letters P en R waren uitgelopen, precies zo als op de foto. Dus niet uit Geilenkirchen maar uit Heitse! 'n Stuk geschiedenis staat weer op de juiste plaats.

In de kuup!

'n Gedicht van 'n Roermondse internetter past helemaal in mijn 40-er jaren. Ik heb enkele Roermondse woorden vertaald in het ABP (algemeen beschaafd plat).
‘t is al lang gelaeje luuj,
ich waas noch eine blaag
mien haor in eine ponnie,
korte boks...matrozekraag.
De hoezer woore in dae tied
lang neet zo sjoeën wie noe,
de kirke bleve euverdaag oape
in plaats van toe.
.
De boore wirkdje op ‘t landj
nog mit ker en paerd
en eine gulje waas heel ruum
zien hongerd cente waerd.
‘t Water kwaam oet de pomp
wae aote pap mit sjtump
en haaje neet veul aan de veut
hoeëgoet ein paar aoj klump.
.
En is 't zaoterdigoavond waas
dan moste wae in "bad".
ein groeëte kuup heit water
dae Pap in de keuke zat.
Drie sjnaoternaaze,
ein veur ein de kuup in en weer droet.
’t Vertrek leek op eine sauna
want de wasem dreef langs de roet.
.
Ich waas de aodste en gae witj,
es ze zonne buujel bes
den höbs ze mer te wachte,
want dien beurt is altied ‘t letst.

Bevrijders in Midden Limburg 03-05-2005


.
Klik op deze afbeelding en bekijk de reportage:

Een verslag van de herdenking "De bevrijders in Midden-Limburg". Britse veteranen bezochten van 3 tot 9 mei 2005 Midden-Limburg ivm de bevrijding 60 jaar geleden. Ontvangst op het gemeentehuis van Heythuysen met toespraak van burgemeester Truijen. Het was een druk programma met bezoeken aan de dodenherdenking en het museum Hartenstein in Oosterbeek. Ook bezocht men Wageningen, waar een landelijk georganiseerde bijeenkomst en een grote parade plaatsvond. In onze eigen regio werden ook diverse plaatsen bezocht, oa het oorlogskerkhof in Swartbroek, het oorlogsmonument bij Elisabethshof en het Leudalmuseum waar een speciale oorlogs-tentoonstelling was ingericht. Men maakte met oude legervoertuigen een tocht door het Leudalgebied en de bevrijders werden onderweg hartstochtelijk toegejuigd. Een cruise over de Maas ontbrak ook niet op het programma. Tot slot was er voor de gasten een "Farewell Party" in Partycentrum Aldenghoor in Haelen.

Vlak na de oorlog

Het tientje van Lieftinck.
.

Tijdens de oorlog was het geld waardeloos geworden en de zwarte handel bloeide. Minister Pieter Lieftinck bedacht daarom een plan om de economie weer gezond te maken. Iedereen moest zijn papiergeld naar de bank brengen en tijdelijk mocht niemand geld opnemen. De regering kon zo het geld saneren, wat vijf dagen duurde. Om die week te overbruggen, ontving elke Nederlander tien gulden van de minister, ook wel bekend als -het tientje van Lieftinck-.
.
Gezinsuitbreiding.
Ik woonde na de oorlog nog enkele jaren in mijn geboortehuis, samen met mijn ouders en mijn zus Gerrie. Zij kwam er in 1945 bij.
.
Dorpstraat 77a
Tel: 296
In de 60-er jaren: 1296
Nu: 491296
Mijn broer Geert heeft dit nummer nog
.

Mijn eerste H. Communie.

Samen met Gerrie op 't Stuupke.
.
Communieprentjes uit de 40-er jaren.
.
Hieronder staan een aantal cadeautjes, die je in de 40-jaren met de communie kreeg. Het hele leven werd in die tijd gedomineerd door de Kerk. Deze opvoeding heeft veel sporen achtergelaten, negatieve en ook wel positieve. Ik weet wel, dat ik toen de betekenis van de Eerste H. Communie goed kende. Het feest was een religieus feest, met religieuze geschenken. Jarenlang hebben ze op mijn slaapkamer gehangen. Schilderijtjes met met teksten als: Eert U Vader en Moeder. Kinderen van heel rijke ouders kregen zelfs een complete mini priesteruitrusting met een altaartje en alle benodigdheden voor een mis. Een soort poppenhuis voor jongens. Wat was dat toen toch een poppenkraam!
.
De Nieuwjaarbrief.
.
Tijdens mijn lagere schooltijd schreef je in december een nieuwjaarsbrief. Eerst moest je zo'n brief gaan kopen bij Beijnsberger . Hij was nogal duur, 25 cent. Een heel bedrag in die tijd. Er zat een soort glitter op het papier. De meester schreef een wens op het bord. Jij schreef dat zo mooi mogelijk over en liefst ook nog zonder fouten. Wij, de leerlingen, hadden toen allemaal een compleet gezin. Scheiden, dat deden ze in de dorpen niet. Iedereen begon de brief met 'Lieve Ouders'. Op nieuwjaarsdag las de brief voor. Je was wel wat zenuwachtig. Zouden ze het een mooie brief vinden? En jawel hoor: Good gedoan, jungke, hie hubse eine gulje, neet verleeze en sjtraks gaon we nao opa en oma om die auch zaalig nuujaor te winse. Ik vraag me nu af, waar die brieven gebleven zijn. Volgens mij bewaarden ze in die tijd bijna niets. Jammer!

Ik ging naar de 2de klas en toen ..


. . . verscheen de Katechismus. 'n Ramp! Antwoorden leren op vragen, die je niet begreep. Als je aan de kapelaan om uitleg vroeg, werd je beschuldigd aan de woorden van God te twijfelen. Als je groter was, zou alles duidelijk worden. Dus leren, van buiten leren!! of anders de de vraag met het antwoord voor straf 25 keer overschrijven. Zelfs toen ik in 1964 in Neer als onderwijzer werkzaam was, kreeg 'n jongen van de kapelaan 'n draai om zijn oren, toen hij geen antwoord wist op de vraag: Wat is naastenliefde?

.
Op internet heb ik 'n site met dit gehaat boekje gevonden. De Katechismus of Christelijke leer, ten gebruike van de Nederlandse bisdommen voorgeschreven voor het aartsbidom Utrecht door zijne eminentie Johannes kardinaal de Jong, aartsbisschop van Utrecht (Utrecht, 1948).
.
Klik op 't LOGO en veel plezier en herkenning.
Klik eerst op DE INHOUD. Daarna op DE INLEIDING en dan op de Inleidende vragen. Kies een vraag. Klik op de vraag en het antwoord verschijnt. De herkenning!
.

En voor de kapelaan uit Neer is deze oefening van toepassing:
De oefening van berouw:
Barmhartige God, ik heb spijt over mijn zonden,
omdat ik Uw straffen heb verdiend,
maar vooral, omdat ik U, mijn grootste weldoener
en het hoogste goed heb beledigd.
Ik verfoei al mijn zonden en beloof,
met de hulp van Uw genade,
mijn leven te beteren en niet meer te zondigen.
Heer, wees mij zondaar genadig.

Mijn eerste strip en een gratis eigen boekje.

Dit boekje was een slimme reclame van Gazelle. Het simpele verhaaltje heb ik tientallen malen gelezen. 's Avonds in bed. Nu na 60 jaar ken ik de tekst nog van buiten. Mijn eerste stripverhaal.



In de Maas en Roerbode (Tante Bet) stond de strip Smidje Verholen. Fritske van Timmermans, 'n volwassen kerel, stond bij de school kranten uit te delen. Ik snapte echt niet hoe hij wist wie 'n krant moest hebben en hoe onthield hij wie er die middag niet op school was, want daar moest hij dan naar toe fietsen.


Mijn allereerste biebboek. Ik zat toen in de eerste klas. Ik kan me herinneren dat 't Kerstmis was, Kerstmis 1947, 58 jaar geleden.