15.7.06

Het spel Monopoly ...


....(Engels voor monopolie) werd in 1934 door Charles B. Darrow in de Verenigde Staten.Het spel werd al snel een enorm succes. Sinds 1935 is Monopoly het best verkochte bordspel ter wereld (ruim 200 miljoen exemplaren).
Het doel van het spel is een monopolie op te bouwen, wat je kunt doen door zo veel mogelijk straten op te kopen. Ieder die in jouw straat verblijft moet jou huur betalen. De straten zijn verdeeld in groepen van drie (of twee) straten. In veel buitenlandse versies zijn het straten in de hoofdstad van het land, maar vaak ook zijn het straten in verschillende steden, wat de groepsindeling logischer maakt. Wanneer je alle straten in dezelfde groep (in de Nederlandse versie: dezelfde stad) in bezit hebt, mag je er huizen en hotels bouwen, zodat voorbijgangers een hoger bedrag moeten betalen als ze in deze straat moeten overblijven.
Tot 1947 woonde ik op de Dorpstraat in Heytse. Op die straat woonden ook mijn vriendjes. Jos Gubbels en Huub Coolen. Ze woonden naast elkaar. ’t Huis van Jos lag naast dat van de orgelbouwer Verschuuren. Jos z’n vader handelde in varkens. De vader van Huub was schilder. Deze mensen hadden ’n Monopoliespel. Toen ik naar de Roggelseweg verhuisde, bleef ik toch vriend met de Dorpstraters. Op de Roggelseweg woonde toen nog geen enkel ander kind . Er waren slechts 3 Kierkelskinderen. Op ’n zondagmiddag zag ik op de keukentafel bij familie Coolen een voor mij onbekend spel liggen. ’t Monopoliespel! Vanaf die zondag werd er iedere zondag van 1 uur tot 3 uur gemonopolied. Met z’n vieren. Vader Coolen won bijna altijd. Moeder Coolen had ’n heel dikke hals, die was net zo dik als haar hoofd. Mijn moeder legde me uit dat dat struma was. Ze had niet genoeg zout gebruikt. Jozo-zout was het beste. Ik weet dat ik toen ’n hele tijd extra zout op mijn gekookt eitje heb gedaan, zo’n dikke nek wou ik niet krijgen. Later vertelde ze me dat struma veel meestal bij vrouwen voorkwam. Minder zout op ’t ei was toch lekkerder!